Het orgel is door Pels en van Leeuwen in 1972 gebouwd. Het is een instrument van het type Fugato. Na de 2e wereldoorlog ontstaat de neo-barok, een stijl die teruggrijpt op de barok (1600-1715). Het orgel in de kerk van Fransum is een klein instrument, een zogenaamd positief (verplaatsbaar) orgel dat duidelijk kenmerken van de neo-barok heeft. (Bekende andere orgelbouwers in deze stijl zijn Flentrop, van Vulpen, Verschuren en de Scandinavische orgelbouwers Frobenius en Marcussen). Kenmerkend voor deze orgels zijn de scherpe klank en zwakke grondtoon. In een eerste recensie na de plaatsing noemt de recensent de toon: ”elegant, speels, spiritueel, soepel, fris, puntig, pikant, mild”. Het is uitstekend geschikt als continuo-instrument.